Bert Krale heeft vandaag, vrijdag 3 juli, een open brief gestuurd naar de gemeenteraad van Staphorst. De integrale tekst van de brief met de titel ‘Tunnelvisie hindert zicht op bestuurscultuur’ vindt u in de bijlage bij dit persbericht.

Integriteit staat voor een moreel juist, eerlijk, betrouwbaar en onkreukbaar openbaar bestuur. Met deze stelling reageert Bert Krale op het rapport van BING waarover de gemeenteraad van Staphorst dinsdag 30 juni debatteerde. De voormalig wethouder zet uiteen hoe hij aankijkt tegen het onderzoek, de bespreking en de conclusies.

Krale ervaart dat de bevindingen van BING naadloos aansluiten bij een consistente lijn die al jaren aan de gang is in Staphorst: ‘Als een rapport zich versmalt tot een beperkt onderzoek over integriteit, is de neiging om het boek te sluiten groot. In de tunnel dooft het licht. Maar ik laat me geen slot op de mond leggen ondanks de stuitende oproep van diverse sprekers in de raadszaal. De bestuurscultuur zal op de agenda komen.’

Als positief heeft Krale ervaren dat de oppositie in het debat heeft aangegeven grote waarde te hechten aan de bestuurscultuur. Dit staat in schril contrast met het angstige zwijgen van de oppositie: ‘Schending van integriteit is niet bewezen, we kunnen het snel afsluiten, we hoeven helemaal nergens over te praten, het boek moet dicht’. Hierbij verwijst Krale naar het in december 2018 gepresenteerde onderzoek van de rekenkamercommissie. Het rapport ‘De verleiding van de korte lijn’ signaleert een gebrekkig zelfreinigend vermogen binnen het bestuur van  de gemeente Staphorst.

Bert Krale: Tunnelvisie hindert zicht op bestuurscultuur

Op dinsdag 30 juni heeft de gemeenteraad van Staphorst de rapportage van het BING-onderzoek van 18 juni 2020 besproken. De scherpte waarmee de oppositie naar het rapport heeft gekeken, heeft me aangenaam verrast. Hoopgevend voor de toekomst! Het zwijgen van de coalitie spreekt boekdelen. De burgemeester heeft in de vergadering terecht dringend vastgesteld dat de bestuurscultuur aandacht nodig heeft. In deze open brief aan de Staphorster raad ga ik nader hierop in. Ik zal toelichten waarom het boek niet sluit, maar dat een volgend hoofdstuk nodig is.

Eerlijk en betrouwbaar

In de definitie zoals de onderzoeker deze heeft aangegeven te hanteren, komt hij terecht tot de conclusie binnen de begrenzingen van zijn opdracht niet te kunnen vaststellen dat de integriteit, zoals hij deze definieert, is geschonden. In plaats van de bestuurscultuur onder de loep te nemen, is gekozen voor een scherp juridisch afgebakend, beperkt onderzoek naar integriteit. Maar zoals in het rapport nadrukkelijk valt te lezen, gaat het dieper. Het gaat immers om de bestuurscultuur. De onderzoeker schrijft: ‘Wij hechten eraan om te melden dat behoorlijk bestuur breder is dan de afwezigheid van niet-integer gedrag’. Uit het rapport en de bespreking daarvan in de raad blijkt duidelijk dat er binnen het bestuur van gemeente Staphorst regelmatig handelingen hebben plaatsgevonden of nog plaatsvinden die de kwalificaties moreel juist, eerlijk, betrouwbaar en onkreukbaar niet verdienen of die althans op zijn minst de schijn opwekken die kwalificaties niet te verdienen. Daarnaast blijkt dat handelingen die meer vallen in de sfeer van oncollegiaal gedrag wel degelijk hebben plaatsgevonden.

Al op 10 december 2019 was de onderzoeker ervan op de hoogte dat ik doelde op ‘integriteit’ als aanduiding voor kwalificaties als moreel juist, eerlijk, betrouwbaar en onkreukbaar. Dat bedoel ik! Dáár gaat het mij om en dát heb ik duidelijk proberen te maken. Mocht in het krantenartikel in De Stentor een andere indruk zijn gewekt, dan heb ik dat direct al bij de start van het onderzoek nadrukkelijk gecorrigeerd. Het rapport bevestigt dit klip en klaar. In het rapport van BING staat: ‘De oud-wethouder staat achter de inhoud van zijn woorden en stelt blij te zijn dat dit eindelijk heeft geleid tot een onderzoek, maar is van mening dat hij niet zo nadrukkelijk over ‘integriteit’ sprak als de kop van het artikel deed vermoeden’. Deze zin komt uit het verslag van mijn gesprek op 10 december 2019 met BING. Daarnaast staat er: ‘Overigens, als wij de oud-wethouder goed begrijpen, stelt hij vooral de vraag of de handelwijze in onderhavig dossier in moreel opzicht door de beugel kan en stelt hij de juridische juistheid/rechtmatigheid niet ter discussie’. Op een andere plaats staat nog: ‘In het interview met BING heeft de oud-wethouder aangegeven dat het ‘echte’ probleem gelegen is in de bestuurscultuur, waarbij veel achter elkaars rug om zou gebeuren en men elkaar niet durft aan te spreken’. Verder: ‘De oud-wethouder spreekt –samengevat– van onderling wantrouwen, handelen in strijd met coalitieafspraken, met collegeafspraken, met raadsbesluiten en over (oneigenlijke) bemoeienis in portefeuilles van collega- wethouders’. Desondanks was er voor de opdrachtgever van het onderzoek blijkbaar voldoende reden om op het ingezette spoor qua onderzoek door te gaan.

Zoals gezegd, integriteit behelst voor mij eerlijkheid en betrouwbaarheid (zoals de ‘Dikke van Dale’ het noemt). Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. Integriteit is voor mij eerlijk en betrouwbaar handelen en zo overkomen op de inwoners. Dat gaat veel verder dan met juridisch bewijs onweerlegbaar aangetoonde integriteitsschendingen. Het gaat over onkreukbaarheid, ondubbelzinnig gedrag, over het vermijden van schijn van onbehoorlijk bestuur. Uit het onderzoek blijkt op een aantal dossiers dat hiervan geen sprake is. Mijn boodschap ging en gaat nog steeds over cliëntelisme (net woord voor vriendjespolitiek) en een bestuurscultuur die dit laat voortbestaan.

Het rapport benoemd en constateert weliswaar handelingen in strijd met de kwalificaties moreel juist, eerlijk, betrouwbaar en onkreukbaar en handelingen in strijd met coalitie- en collegeafspraken en oneigenlijke bemoeienis in portefeuilles van collega-wethouders, maar gaat er niet op door. Ze worden ten onrechte verondersteld te zijn aangepakt. Ze zijn immers al genoemd in het rapport van de rekenkamercommissie (De verleiding van de korte lijn, december 2018) en/of ze worden niet herhaald in de conclusie van het rapport omdat ze buiten de beperkte opdracht vallen die de raad aan BING heeft verstrekt. Met het buiten beschouwing laten van de bestuurscultuur door alleen te kijken naar een vermeende schending van (strikt omschreven) integriteit was het risico op een tunnelvisie enorm.

Angstvallig zwijgen

Een tunnelvisie in combinatie met de geconstateerde handelingen is funest voor het vertrouwen in het bestuur van de gemeente. Immers, in een gemeenschap als die in Staphorst doen de voorbeelden van deze handelingen volop de ronde. Anders gezegd: Het creëren van een tunnelvisie kan een perfecte doofpot lijken. Tegelijk voelen de inwoners haarfijn aan dat er iets aan schort. Met scherpe constateringen in rapporten die impact hebben op het vertrouwen in het gemeentebestuur moet de raad aan de slag!

Die kans is er volop, zeker nu de oppositie zich niet in deze tunnel heeft laten slepen. De scherpte van de oppositie op het thema bestuurscultuur, waar eigenlijk alles om draait, staat in scherp contrast bij de kenmerkende opstelling van de coalitie. Dat die wel gretig de tunnel in duikt, heeft me niet verrast. Zo kan de route van onderzoek naar de bestuurscultuur worden ontweken. Het spreken en het stuitend ontwijken van vragen en zwijgen van de coalitie in de bespreking van het rapport sluit naadloos aan bij een consistente lijn die al jaren aan de gang is. Schending van integriteit is niet bewezen, we kunnen het snel afsluiten, we hoeven helemaal nergens over te praten, het boek moet dicht. De verleiding van de korte lijn sprak al: ‘Het collectief corrigerend vermogen van de gemeenteraad om gevallen van individuele belangenbehartiging of cliëntelisme tegen te gaan is niet sterk genoeg ontwikkeld’. Het advies is daarom ‘te werken aan het collectief corrigerend vermogen van de raad in gevallen van rolonzuiverheid, individuele belangenbehartiging en cliëntelisme’. Dat dit gedrag met vrome woorden wordt gemaskeerd, heeft mij als christen het schaamrood op de kaken bezorgd!

De open blik van de oppositiepartijen is hoopgevend, het wegkijken van de coalitiepartijen is moedbenemend. Als een raadslid simpelweg constateringen uit het rapport opsomt waarmee wordt aangetoond dat er sprake is van handelingen die de kwalificatie moreel juist, eerlijk, onomstreden enzovoorts niet verdragen, proberen de coalitiepartijen nog wat tegengas te geven. Echter, wat dit raadslid hen voorhoudt, wordt niet weerlegd. Dat wordt ook lastig als het zwart op wit in een rapport van BING staat. Nee, de reacties zijn in de trant van ‘wij begrijpen u niet zo goed’, ‘wat vervelend dat u dit zegt, het staat toch niet in de conclusies’ etcetera.

Een raadslid benoemt een dossier op het vlak van ruimtelijke ordening waarvan de onderzoeker ongevraagd aangeeft ’Wij menen dat de opmerkingen in het advies over het mogelijk ontstaan van precedentwerking in het raadsvoorstel voor de vergadering van 9 juli 2019 wel wat gemakkelijk terzijde worden geschoven met de stelling dat situaties vrijwel nooit gelijk zijn ‘. De coalitie antwoordt met het nietszeggende: ‘Dit was de eerste keer dat wij op een dergelijke manier met maatwerk omgingen’. Mijn reactie: Beste raadsleden, u bent geïnformeerd door het college alsof er géén precedentwerking was… Vraagt u zich eens af of u juist bent geïnformeerd. Als de motivering voor maatwerk niet deugt, moet u niet vreemd opkijken dat inwoners het besluit bestempelen als vriendjespolitiek en u met de mond vol tanden staat!

Als een raadslid zich uitlaat op de wijze: ‘Er staat dat niet integer handelen niet kan worden bewezen, maar daarmee is integer handelen nog niet bewezen’, hult de coalitie zich in stilte.

Als een raadslid expliciet in het rapport omschreven handelingen duidt als het ’met de voeten treden van afspraken’ en vervolgens herhaaldelijk aan de fractievoorzitter van een coalitiepartij vraagt of hij dit als betrouwbaar kwalificeert, komt er geen antwoord van deze fractievoorzitter en alle raadsleden van de coalitiepartijen zwijgen in alle talen.

In elk zichzelf respecterend bestuur dat het moet hebben van vertrouwen in de gemeenschap die zij dient, zouden deze uitlatingen worden weerlegd totdat de spreker ze terugnam en het vertrouwen op die manier werd hersteld. Als een deel van de gemeenteraad van Staphorst dat verzuimt en ook niet anders in actie komt zijn de partijen die het betreft verantwoordelijk voor het groeiende wantrouwen in de Staphorster samenleving jegens het openbaar bestuur.

Beste coalitiepartijen, realiseert u zich wel dat als een onderzoeksbureau als BING het nodig vindt om zorgelijke zaken die feitelijk buiten de scope van haar onderzoek vallen toch op te schrijven, u daar dan iets mee aan moet?

Welke gemeente wil je zijn en welke uitstraling mogen de bestuurders van de gemeente hebben op het vertrouwen in het openbaar bestuur? Voor SGP moet het boek zo snel mogelijk dicht omdat de gesprekken geen bewijs opleveren voor het schenden van de integriteit, zoals door de onderzoeker gedefinieerd. Zegt een bedenkelijke bestuurscultuur die het vertrouwen in een behoorlijk bestuur zonder vriendjespolitiek en cliëntelisme ondermijnt, deze partij dan werkelijk niets? In de bespreking van het onderzoek heeft ook de CU hierover in het openbaar angstvallig gezwegen. Ook herhaald gestelde indringende vragen zijn onbeantwoord gebleven. Met deze houding ondermijnen beide coalitiepartijen het vertrouwen in het openbaar bestuur. Hoe lang buigt de CU nog zonder enkel vertoon van ruggengraat voor deze door de SGP gekoesterde bestuursstijl?

Volgende hoofdstuk

Behoorlijk bestuur is meeromvattend dan een beperkt onderzoek naar integriteit. Zolang er niets in de krant staat, is het klaarblijkelijk comfortabel om daarover te zwijgen. Als een rapport zich versmalt tot een beperkt onderzoek over integriteit, is de neiging om het boek te sluiten groot. In de tunnel dooft het licht. Maar ik laat me geen slot op de mond leggen ondanks de stuitende oproep daartoe van sprekers in de raadszaal. De bestuurscultuur zal op de agenda komen. Staphorst heeft alleen toekomst als zelfstandige gemeente als de schijn van voortdurende belangenverstrengeling en vriendjespolitiek uit de weg zijn. Een gemeente die staat voor alle inwoners ongeacht hun politieke of kerkelijke achtergrond heeft een bestuur dat waarde hecht aan een bestuurscultuur die boven alle twijfel is verheven. Een bestuur dat integriteit opvat als moreel juist, eerlijk, betrouwbaar en onkreukbaar en bij twijfel subiet optreedt. De burgemeester heeft beloofd daarvan werk te maken. Het boek sluit dus niet. Het volgende hoofdstuk dient te worden geschreven. Anders is Staphorst rijp voor samenvoeging met een andere gemeente. Als om deze reden Staphorst haar zelfstandigheid verliest is het helder welke politieke partijen dit hebben bewerkstelligd.

Een gezonde bestuurscultuur die integriteit als moreel juist, eerlijk, betrouwbaar en onkreukbaar handelen opvat, vraagt geen vage bewustwordingsprocessen, maar onmiddellijk en consequent naar het geleerde handelen. Het is vijf voor twaalf.

Bert Krale, 3 juli 2020