Boeren ervaren regelmatig stress en de psychische nood is soms hoog, maar boeren zoeken zelf niet gauw professionele psychosociale hulp. Omdat ze hun eigen hulpbehoeften onderschatten, maar ook omdat ze onvoldoende vertrouwen hebben in de reguliere hulpverlening. Dit blijkt uit onderzoek van GGD IJsselland in samenwerking met Amsterdam UMC.

Met 16 diepte interviews met boeren uit de regio IJsselland, is onderzoek gedaan naar de psychosociale gezondheid en hun behoefte aan hulp. Rilana Wessel, epidemioloog bij GGD IJsselland en één van de onderzoekers: “De boeren hebben in een open interview hun verhaal verteld over het boerenleven en psychosociale problemen. Heel bijzonder om de persoonlijke verhalen te horen en het maakt het een uniek onderzoek, waarin de boer zelf aan het woord is over dit gevoelige onderwerp.”

Veel factoren spelen een rol 

Veel factoren hebben een ongunstige invloed op de psychische gezondheid van boeren: financiële problemen, aanhoudende werkdruk, negatief beeld in media en samenleving, economische onzekerheden, voortdurend veranderende regelgeving, etc. Van oudsher reageren veel boeren op ervaren problemen door hard te werken en problemen zelf op te willen lossen.

Regelgeving en negatieve beeldvorming

Boeren ervaren veel druk van een steeds veranderende regelgeving en de vele controles vanuit de overheid. Een van boeren verwoordt het als volgt: “Iedereen wil zich wel ergens mee bemoeien. Als je ziet, zo’n bedrijf als wij, hoeveel controleurs als hier lopen?! Niet normaal…”. Ook hebben boeren last van de negatieve beeldvorming in de media. De media richt zich vaak alleen op de negatieve kanten van de landbouw, geven ze aan. De maatschappij en de consument willen steeds meer, maar tegelijkertijd lagere prijzen en minder milieuvervuiling.

Omgaan met psychosociale problemen

Boeren zoeken zelf niet gauw professionele psychosociale hulp. Omdat ze hun eigen hulpbehoeften onderschatten, maar ook omdat ze onvoldoende vertrouwen hebben in de reguliere hulpverlening. Ze weten ook vaak niet waar ze moeten zijn en hoe ze hulp kunnen krijgen die goed aansluit bij het boerenbestaan. Daarnaast is er sprake van schaamte en trots wat het aanvaarden van hulp belemmert. Boeren zien een rol voor informele psychosociale hulp, maar als er sprake is van een zakelijke en dus afhankelijke relatie, laten veel boeren zich niet teveel uit over hun problemen en zorgen. Informele hulp heeft dan hooguit een signalerende functie.

De geïnterviewde boeren geven aan dat er een kloof bestaat tussen de boer en de bestaande hulpverlening. Samen met professionals, verschillende (agrarische) organisaties en boeren moet er gekeken worden hoe de kloof tussen boer en hulpverleners kleiner gemaakt kan worden.

Foto: Rilana Wessel, epidemioloog bij GGD IJsselland