Op maandagavond 25 november komen Harrie Scholtmeijer en Albert Bartelds, allebei werkzaam voor de Overijsselacademie in Zwolle, in Museum Staphorst vertellen over Overijsselse dialecten.
Waarom zegt het ene dorp hoes en moes en het andere huus en muus? Waarom brouwen Zwollenaren hun r en wijkt het Vriezenveens zo sterk af van andere Twentse dialecten? In Overijssel kan het dialect per dorp of stad, en soms zelfs per stadswijk, hoorbaar verschillen. Spreken we dan wel dezelfde taal? Jazeker, stelt Harrie Scholtmeijer in zijn nieuwe boek Waar onze taal weg komt.
Voor veel mensen in Overijssel (en daarbuiten) is het dialect een taal die vaak ook de naam van de streek heeft: Overijssels, Sallands, Twents. Het dialect wordt ook als een onveranderlijke taal gezien, die veel van zijn oorsprong bewaard zou hebben. Harrie Scholtmeijer, in het dagelijks leven dialectonderzoeker, laat zien dat op deze opvattingen wel wat af te dingen is.
Scholtmeijer en Bartelds vertellen op heldere wijze en met behulp van vermakelijke anekdotes en historische dialectteksten uit hoe het Overijssels in elkaar steekt.
De avond begint om 19:30 uur (inloop vanaf 19:00 uur). Toegang 6 euro per persoon, inclusief koffie of thee. Na afloop is er gelegenheid het nieuwe boek van Harrie Scholtmeijer te kopen in de museumwinkel en het door hem te laten signeren.