De Diek op
De Diek af
De Diek weer op.
Van Oostert naar Westert gingen onze benen.
Geen zorgen.
Gele pijlen, witte pijlen, wezen ons de weg.
Het gras was groen, de mais was hoog.
De straatjes waren schoon.
De ramen zijn gelapt.
De erven aan kant.
Een brede glimlach die niet meer afgaat
reisde met ons mee.
Happen, drinken en stappen.
Rechts door, links door.
Dwarsdoor, omheen of achterlangs.
Geen deur, geen hek was veilig voor zoveel voeten.
De verhalen kwamen los.
Overal bloemen, overal wat te zien.
De zon streelden onze gezichten en harten.
De Diek lachte mee.
Een wandeling die je nooit meer gaat maken. 

Aad van der Klaauw