IJhorst, 3 februari 2020

Pieter van de Berg opent de ledencontactavond van natuurbeschermingsvereniging IJhorst-Staphorst e.o.

Mededelingen:
Niek en Evert hebben zich afgemeld.Ruimte voor de werkgroepen

Werkgroepen:
– Jan Vos meldt namens de reiscommissie dat er voldoende deelnemers zijn voor de reis, dus het gaat door. De reis gaat naar Krakau en omgeving. De eerste betaling moet nu ongeveer doorkomen. Er kunnen nog meer mensen mee.
– Harm meldt namens de werkgroep zoogdieren dat eind december de kasten in Staatsbosbeheer gecontroleerd zijn. Een koloniekast zat bomvol met rosse vleermuizen. De beide kasten die er hangen moeten worden vervangen. Jan Dunnink vult aan dat half december ook vleermuizen zijn aangetroffen in gewone nestkasten.
– Jan Paasman meldt namens de werkgroep planten, dat op 30 januari 19 bloeiende soorten geteld zijn.
– Jan Vos meldt namens de jeugdwerkgroep, dat er  zaterdag een middag is voor de jeugd over vogels, door meester Gelderblom uit Staphorst.
– Clarien meldt dat aanstaande woensdag er een boswandeling is onder leiding van boswachter Jan Spijkerman. Naar aanleiding van vragen vanuit de vereniging gaat hij van alles vertellen over Staatsbosbeheer. Eerst een uur wandelen in het bos en die tijd  koffie. Tijdens de wandeling en de koffie kunnen ook nog vragen gesteld worden. Goed in de gaten houden wat onze taak is en dat we dat goed in de gaten houden.
– Clarien: Platform thema-avond gehad over processierups. Naar aanleiding van deze avond is er een groepje samengesteld. Op 11 februari is er overleg bij Clarien thuis van 19.30 tot 21.00 uur. Wil je nog meedoen, dan kan dat. Alle tips en ideeën van vorige keer worden dan besproken. In mei kan er in de praktijk aan gewerkt worden. Iemand van de gemeente doet ook mee. Het zou fijn zijn als er vanuit de scholen ook iemand mee doet. – – Clarien: De CNS heeft ons gevraagd om te helpen met het maken van de nestkastjes. En er is een zadenmengsel gevraagd om onder de bomen te zaaien. We gaan daar een verslag van maken en zo de andere scholen aanspreken. Je leert de kinderen timmeren en kennis over insecten.
– Harry meldt dat 25 februari de vergadering van de commissie nestkastcontrole plaats vindt bij de inforuimte aan de Vijverweg. Vanaf februari wordt er toch weer gekapt door Staatsbosbeheer.

Wat komen gaat:
05-02-2020 13.30 uur presentatie en wandeling SBB. Inforuimte Vijverweg Punthort
02-03-2020 Algemene ledenvergadering
1-03-2020 Schoonmaakdag
06-04-2020 Ledencontactavond en presentatie ‘Kleur in de natuur’ door Evert Rolleman
21-04-2020 Staphorster jaarmarkt (kraam van de vereniging)
11-05-2020 Ledencontactavond over processierups
16-05-2020 Natuurreis
08-06-2020 Ledencontactavond met presentatie ‘Voedselbos’ door Mirjam Fagel

Rondvraag:
Is er al contact geweest met Rijkswaterstaat over de zwaluwwand? Dit moet namelijk voor 15 maart gebeuren. De gaten zijn helemaal vol gegroeid. Ze snoeien en kappen niets meer voor niemand, dat is de nieuwe regel van Rijkswaterstaat. Pieter neemt nog eens contact op met Rijkswaterstaat over de zwaluwwand. Jan Vos geeft aan dat dit wél iets is om tijdens de ledencontactavond te bespreken.

Na de pauze houdt Martijn Bunskoek een lezing over juffers en libellen:
Weetjes
– Libellen en juffers leggen hun eieren onder water, behalve de houtpantserjuffer. Deze soort is de enige die de eieren boven water legt in de schors van planten. De larven kruipen later naar beneden het water in. Het is een algemene juffer en komt bijna in iedere tuin voor.
– Larven groeien onder het water, van twee maanden tot 5 jaar, dit verschilt per soort.
– Er zijn 52 soorten in ons gebied. Ten opzichte van de 70 soorten die er in Nederland voorkomen is dat een groot aantal.
– De vier vleugels kunnen ze onafhankelijk van elkaar bedienen, dit is bestuurdeerd op de universiteit. Ze kunnen zelfs achteruitvliegen.
– Vissen eten libellelarven, dus als je een vijver zonder vis hebt, dan heb je de azuurwaterjuffer waarschijnlijk wel in je tuin. Herkenbaar aan het kelkje op het eerste segment.
Lantaarntje is ook heel algemeen, herkenbaar aan het blauwe een na laatste segment.
Bruine glazenmaker is chocoladebruin en herkenbaar aan de bruine vleugels. Deze soort is ook heel algemeen
– In april is een van de eerste juffers die je ziet de vuurjuffer. Deze juffer is vooral rood.
– De Blauwe glazenmaker zie je ook vaak, deze soort wordt nogal eens door katten gevangen.

Heide, vennen en hoogveentjes
Denk bijvoorbeeld aan het zwarte veentje en de oude bosvijver.

Bij veentjes zie je vaak de noordse witsnuitlibel,  deze zijn er al vroeg in het jaar, ze vliegen vanaf eind april.
Bij de vennetjes zie je ook vaak de watersnuffel, herkenbaar aan het paddenstoeltje op het eerste segment.
Libelles zijn carnivoren, de larven eten andere insecten en visjes.
Volwassen libelles eten andere libelles en insecten en bij uitzondering zelfs een muis.
Maanwaterjuffer is voor het laatst gezien in de jaren tachtig en heeft een relatief donker achterlijf,  op eerste segment een maanvormig sikkeltje. Als iemand de maanwaterjuffer spot, dan graag doorgeven aan Martijn Bunskoekop.
Noordse glazenmaker en de Venglazenmaker zijn nog niet in de buurt van Staphorst waargenomen
De Noordse en de Bruine winterjuffer leven in de wieden en weerribben en overwinteren op de zandgronden op de heide.

Laagveenmoeras
Krabbescheer is een heel geschikte biotoop voor veel libellen. Hier leeft de Bruine korenbout, hij heeft ‘gerookte’ vlekken op de vleugels.
Variabele waterjuffer is te herkennen aan de uitroeptekens op het borstsegment.
Vuurlibel is eerst goudkleurig, maar wordt vuurrood. Het Reeënspoor bij de Olde maten zit er vol mee.
Gevlekte witsnuitlibel is nog vrij zeldzaam.
Bloedrode heidelibel is knalrood met zwarte pootjes.
Noordse winterjuffer overwintert op de heide. Ziet er zelfs wat rossig uit
Gevlekte glanslibel zit graag in de halfschaduw en heeft vlekjes op zijkant van achterlijf. Deze libel komt geregeld nieuwsgierig om je heen vliegen.
Kempersheidelibel was zeldzaam, maar is nu enorm uitgebreid, komt nu vooral in de wieden voor, te herkennen aan de druppelvormige vlekjes op het achterlijf.

Beken, kanalen en plassen
Reest en beentjesgraven: weidebeekjuffer bij stromend water.
Grote roodoogjuffer zit graag op de bladen van gele plomp, het is een forse juffer, te herkennen aan de rode ogen.
Blauwe breedscheenjuffer, heeft verbrede schenen.
Metaalgaas libel, komt niet in hoge dichtheden voor, maar je ziet hem wel vaak, vooral in de schaduw.
De Beekrombout, langs zandige riviertjes met een beetje stroming. 
Steenrode heidelibel heeft een hangsnor, Bruinrode heidelibel niet.
Vlasrombout komt wel voor bij de oude vijver.
Zuidelijke keizerlibel, donkerder achterlijf, eerste segmenten blauw en bruin borstschild, niet kritisch in de leefomgeving,
Kanaaljuffer neemt ook toe in aantal. Te herkennen aan de pijlvormige vlekken op het achterlijf.
Kwelsloten, poelen en pioniermilieus
Tengere grasjuffer, op plekken waar net een nieuwe waterberging is gegraven of bij poelen voor koeien of Schotse hooglanders.
Keizerlibel, een van de grootste.
Zwervende pantserjuffer, zie je veel in duinmeertjes en poelen. Herkenbaar aan tweekleurige vleugelkleppen.
Zwervende heidelibel, onderkant van de ogen is een beetje blauwig. Is een van de eerste libellen die je ziet. Volwassen libellen komen hierheen vliegen om eitjes te leggen, uit het zuiden van Spanje en Zuid Frankrijk. Door de steeds warmere winters overleven ze hier steeds vaker.
Gewone oeverlibel, heel algemeen.
Geelvlekheidelibel heeft grote gele vlekken in de achtervleugels. Tot 2006 was ie vrij algemeen, maar nu is deze libel zelfzaam. Door de warmere winters is het moeilijk geworden.
Platbuik zoekt een uitkijkpost zoals de top van een bamboestokeje om te jagen. Hij komt ook gewoon voor in je tuin.
Bladheidelibel is in 2000 voor het eerst waargenoment, nu vrij algemeen. 
Beekoeverlibel heeft een lichte vlek op de vleugels, bij de gewone Oeverlibel is idie vlek zwart.
Zuidelijke glazenmaker heeft een tekening van een ‘Kiss’ (de popgroep) gezicht op borstgedeelte.

Wat brengt de toekomst?

Ze kunnen enorme afstanden vliegen. Kritische soorten verdwijnen omdat de koude winters verdwijnen. Zuidelijke soorten komen nu hier omdat de winters warmer worden.
We krijgen nu bij voorbeeld de Zadellibel, deze is vorig jaar voor het eerst waargenomen.
Zuidelijke heidelibel (zonder vlekken) is nu ook in vijf jaar tijd, via Frankrijk en België, in Nederland gekomen. Zo ook de Zuidelijke oeverlibel (is nog blauwer) en de Gaffelwaterjuffer.
Witpuntoeverlibel zal gauw in Nederland worden waargenomen, hij is nu al in België.
Wereldzwerver, een van de stoerste libellen, komt over de hele wereld voor en komt nu ook naar Nederland.

Foto’s © Alja Admiraal